vervoeging van
abroger

abroge

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abroger
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abroger
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van abroger