vervoeging van
abrazar

abrace

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrazar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrazar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abrazar