abovedar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abovedar |
abovedaba |
abovedado |
volledig |
abovedar
- a·bo·ve·dar
- overgankelijk
- (bouwkunde), overwelven, met een gewelf overdekken, overkoepelen
- [1] embovedar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
abovedar |
abovedaba |
abovedado |
volledig |
abovedar