Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to  abort 
he/she/it  aborts 
verleden tijd  aborted 
voltooid
deelwoord
 aborted 
onvoltooid
deelwoord
 aborting 
gebiedende wijs  abort 

Werkwoord

abort

  1. afstoten, afbreken,staken, voortijdig beëindigen
    «The launch was aborted when a technical malfunction was detected.»
    De lancering werd afgebroken toen een tehcnisch mankement ontdekt werd.
  2. aborteren
enkelvoud meervoud
abort aborts

Zelfstandig naamwoord

abort

  1. (verouderd) miskraam
  2. voortijdige beëindiging