vervoeging van
abominer

abomine

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abominer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abominer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van abominer


vervoeging van
abominar

abomine

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abominar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abominar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abominar