vervoeging van
abominer

abomina

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van abominer


vervoeging van
abominar

abomina

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abominar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abominar