vervoeging van
abolsar

abolsaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van abolsar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van abolsar


vervoeging van
abolsarse

abolsaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van abolsarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van abolsarse