abdomen
- ab·do·men
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘onderbuik’ voor het eerst aangetroffen in 1661 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | abdomen | abdomens |
verkleinwoord |
het abdomen o
- (anatomie) onderbuik
- (zoötomie) achterlijf van een insect
1.
- Het woord abdomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "abdomen" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "abdomen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ abdomen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ab·do·men
enkelvoud | meervoud |
---|---|
abdomen | abdómenes |
abdomen m
- IPA: /apdɔmɛn/
- ab·do·men
- Leenwoord uit het Latijn.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
abdomen g
- (anatomie) onderbuik
- (zoötomie) achterlijf van een insect