vervoeging van
abdiquer

abdiques

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abdiquer
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abdiquer


vervoeging van
abdicar

abdiques

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar