abdiques
- tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abdiquer
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abdiquer
abdiques
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar