vervoeging van
abdiquer

abdique

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abdiquer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van abdiquer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van abdiquer


vervoeging van
abdicar

abdique

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abdicar