Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·be·der
Naar frequentie 174919

Zelfstandig naamwoord

abbeder

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van abbed


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·be·der
Naar frequentie 178622

Zelfstandig naamwoord

abbeder

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van abbed