abasourdis
vervoeging van |
---|
abasourdir |
abasourdis
- eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van abasourdir
- eerste en tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van abasourdir
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van abasourdir
- mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van abasourdir