abarrancara
vervoeging van |
---|
abarrancar |
abarrancara
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van abarrancar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van abarrancar (modo subjuntivo/aanvoegende wijs)