vervoeging van
abarbetar

abarbete

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abarbetar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abarbetar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van abarbetar