aantreden
- aan·tre·den
- samenstelling van aan vz en treden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aantreden |
trad aan |
aangetreden |
klasse 5 | volledig |
aantreden
- ergatief (militair) in het gelid gaan staan
- De soldaten moesten aantreden bij de kroning van de koning.
- ergatief beginnen te werken
- Na drie maanden geleden te zijn benoemd treed de nieuwe direkteur nu aan.
de aantreden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aantree
- Het woord aantreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aantreden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be