aanstormen
- Geluid: aanstormen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɔrmə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·stor·men
- samenstelling van aan en stormen
aanstormen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanstormen |
stormde aan |
aangestormd |
zwak -d | volledig |
- met grote snelheid naderen; in wilde vaart naderen
- Je ziet een woeste uitgehongerde beer aanstormen. Hoe kan dat nou in zo’n rustige straat? Het lichaam maakt adrenaline aan om hard weg te kunnen rennen en pas daarna en daardoor voel je de emotie van angst. Die oude theorie zegt dat je bedroefd bent doordat er tranen komen, niet omgekeerd.[2]
- Het woord aanstormen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanstormen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Hans Ree 22 juli 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be