aanhaligheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhaligheid (hulp, bestand)
- IPA: / anˈhaləxˌhɛit / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ha·lig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanhaligheid | aanhaligheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanhaligheid v
- het aanhalig zijn
- Zij heeft behoefte aan lichamelijk contact en aanhaligheid.
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanhaligheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.