aangelegenheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangelegenheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaŋɣəˌleɣə(n)hɛit / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·ge·le·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van aangelegen met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aangelegenheid | aangelegenheden |
verkleinwoord | aangelegenheidje | aangelegenheidjes |
Zelfstandig naamwoord
de aangelegenheid v
- zaak, kwestie
- ▸ Het afscheid van de gestorven graaf is officieel een privéaangelegenheid. Maar een rouwstoet met vijfhonderd genodigden die van de Grote Kerk in het centrum van Almelo naar het mausoleum op het grafelijke landgoed ten oosten van de stad wandelt is ook een publieke aangelegenheid.[2]
- belang
Hyponiemen
- beleidsaangelegenheid, brandweeraangelegenheid, familieaangelegenheid, gemeenschapsaangelegenheid, handelsaangelegenheid, liefdesaangelegenheid, machtsaangelegenheid, privéaangelegenheid, staatsaangelegenheid
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord aangelegenheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aangelegenheid" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ aangelegenheid op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Henk van Schuppen“Uitvaart Heer van Almelo: nog één keer passeert graaf Van Rechteren de Limpurgsingel” (22-11-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be