aalscholver
  • aal·schol·ver
enkelvoud meervoud
naamwoord aalscholver aalscholvers
verkleinwoord aalscholvertje aalscholvertjes

de aalscholverm

  1. (gentachtigen) benaming voor vogels uit het geslacht Phalacrocorax  , pelikaanachtige en visetende zwarte watervogels die na een duik hun vleugels moet laten drogen in het bijzonder de soort Phalacrocorax carbo  
  • De woorden aalscholver en schollevaar zijn aptagrammen, omdat ze dezelfde vogel aanduiden.
92 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]