aalmoezenier
- Geluid: aalmoezenier (hulp, bestand)
- IPA: / almuzəˈnir / (4 lettergrepen)
- aal·moe·ze·nier
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘katholiek geestelijke’ voor het eerst aangetroffen in 1251 [1]
- afgeleid van aalmoes met het achtervoegsel -ier met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalmoezenier | aalmoezeniers |
verkleinwoord | aalmoezeniertje | aalmoezeniertjes |
- (religie) rooms-katholieke geestelijke voor militairen, gevangenen en leden van jeugdbewegingen
1. geestelijke voor militairen, gevangenen en leden van jeugdbewegingen
- Het woord aalmoezenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aalmoezenier" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "aalmoezenier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ aalmoezenier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be