aalbessenstruik
- Geluid: aalbessenstruik (hulp, bestand)
- IPA: / ˈalbɛsə(n)ˌstrœyk / (4 lettergrepen)
- aal·bes·sen·struik
samenstelling van aalbes zn en struik zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aalbessenstruik | aalbessenstruiken |
verkleinwoord | aalbessenstruikje | aalbessenstruikjes |
- (plantkunde) een struikachtige plant waarvan de aalbes de vrucht is
1. een struikachtige plant waarvan de aalbes de vrucht is
- Het woord aalbessenstruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.