vervoeging van
aupar

aúpe

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aupar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aupar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aupar