Zinza
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
zin |
bestand |
Uitspraak
Woordafbreking
- Zin·za
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Zinza | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het Zinza o
- (taal) Bantoetaal gesproken door 130 duizend mensen in Tanzania
- De sprekers van het Zinza wonen op de zuidwestelijke kust van het Victoriameer.
Gangbaarheid
- Het woord 'Zinza' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.