Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Zeeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Zeeuw Zeeuwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Zeeuwm

  1. (demoniem) inwoner van Zeeland, of iemand afkomstig uit Zeeland
Opmerkingen
  • Na de 17e eeuw heeft "Zeeuw" de benaming Zeelander voor een inwoner van Zeeland praktisch helemaal verdrongen. [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen