WikiWoordenboek:Limburgse mutaties

Mutaties vormen een belangrijk onderdeel van de Limburgse taal. Een kenmerk van de mutaties is dat ze zoveel mogelijk worden toegepast om glottale halten en lastige uitspraken te voorkomen. Er zijn een paar regels aan de mutaties bij woorden beginnende met een medeklinker. Bij mutaties die met een klinker beginnen niet. Mutaties kunnen verplicht en optioneel zijn. Er zijn twee groepen: voormutaties en achtermutaties.

Voormutaties

bewerken

Voormutaties worden gebruikt om onmogelijke uitspraken ('kd', 'sg', 'dh') te voorkomen. De standaard mutaties (waarvan enkele optioneel) zijn:

  • b → p (optioneel bij een w: 't Deukske d'r veew berges't Deukske d'r veew perges)
  • d → t (verplicht als de 'd' als een [ð] wordt uitgesproken: doe vets dichdoe vets tich: uitspraak blijft vaak het zelfde als de 'd' als een [d] wordt uitgesproken)
  • dj → tj (optioneel bij 't: 't djömp neet't tjömp neet)
  • g → ch (verplicht na bijvoorbeeld een t: det geit gooddet cheit good)
  • gk → ch (zie 'g')
  • h → Ø (uitspraak verplicht, schrijfverandering optioneel: det hert zètj in dietj lievedet ert zitj in dietj lieve)
  • k → ch (optioneel bij w: ich bön gliedj ven g'r ieëw kèrkich bön gliedj ven g'r ieëw chèrk)
  • p → b (optioneel bij 't: 't Pèrk lègk dao-s sjoean bie't Bèrk lègk dao-s sjoean bie)
  • s → z (redelijk regelloos, bij bepaalde woordsamenstellingen zoals doear ch't zlaaj)
  • sj → zj (zie 's')
  • t → d (bij 't: 't Diek maedje steit dao nag ömmer'd Diek maedje steit dao nag ömmer)
  • tj → dj (zeldzaam)
  • z → s (zie 's')
  • zj → sj (zie 's')

Let op. Optioneel geldt voor het schrijven van de mutaties. Mutaties worden vrijwel altijd uitgesproken. Verder zijn mutaties bij woorden die beginnen met een syllabisch cluster altijd optioneel (dus bij glök en drèè)

Achtermutaties

bewerken

Achtermutaties worden gebruikt om glottale halten te voorkomen en zijn altijd verplicht. Ze zijn te herkennen aan de koppeltekens. Algemene regels zijn:

  • Werkwoorden: voeg -n eraantoe (die lepe-n euver straot)
  • Zelfstandige naamwoorden: voeg -n of -r eraantoe (geslachtsafhankelijk, vrouwelijk krijgt -r, de rest -n) (dien idieë-r is ech good, 't Haet 'nen dage-n al neet mieë zoea hel geraengerdj)

Bij andere woordsoorten heeft ieder woord zijn eigen achtervoegsel, zoals dao biedao bie-j is, wowo-r is?, daodao-r haet of wae haet?wae-n haet (mannelijk, onzijdig) wae-r haet (vrouwelijk, meervoud)

Het woord d'r (hij, (van) hem, haar, (van) haar, er, daar, etc.) heeft als achtervoegsel -s of -z. -z wordt gebruikt bij klinkers, de z, de h, de j, en de w, -s bij de rest.

Vaak worden de koppeltekens bij werkwoorden weggelaten. Weer haope-n ouch det 't good kömp wordt vaak geschreven als Weer haopen ouch det 't good kömp.