Duits

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Vogel m

  1. vogel
    Welcher Vogel ist das Weibchen?Welke vogel is het vrouwtje?
  2. (spreektaal) rare kerel, gek
Uitdrukkingen en gezegden
  • einen Vogel haben
niet goed snik zijn, gek zijn
  • den Vogel zeigen
met de vinger op het voorhoofd tikken (ten teken dat iemand gek is)
Verbuiging

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Wolfgang Pfeifer et al.
    Vogel in: Etymologisches Wörterbuch des Deutschen (1993), digitalisierte und von Wolfgang Pfeifer überarbeitete Version im Digitalen Wörterbuch der deutschen Sprache op dwds.de