woekeraar: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
nieuw +nld |
(geen verschil)
|
Versie van 12 jul 2011 09:39
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- woe·ke·raar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van woekeren met het achtervoegsel -aar.
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woekeraar | woekeraars |
verkleinwoord | woekeraartje | woekeraartjes |
woekeraar m
- (juridisch) iemand die woeker drijft
- Een woekeraar is iemand die geld uitleent aan een ander en daarvoor een abnormale, onredelijk hoge rente terugvraagt.
- iemand die met zijn talenten woekert
- Ja, ik ben momenteel een echte woekeraar, zowel met mijn tijd als met de beschikbare ruimte in de boot.
- (plantkunde) een plant die woekert
- Vaak is een gekregen plant een onverbeterlijke woekeraar.
Antoniemen
- [1]: (vrouwelijke vorm) woekeraarster
Verwante begrippen
- [1]: bloedzuiger
- [1]: geldschieter
- [1]: uitbuiter
Vertalingen
1. iemand die woeker drijft