zomereik

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zomereik    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zo·mer·eik

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zomereik	zomereiken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zomereik m

1. (plantkunde) Quercus robur, een soort eik

   • De zomereik is de eik die het grootste verspreidingsgebied in Europa heeft. 

Synoniemen

eik

Vertalingen

    1.   

Duits: Stieleiche (de) v Engels: pedunculate oak (en), English oak (en) Frans: chêne pédonculé (fr) m

Nynorsk: sommereik (no) Pools: dąb szypułkowy (pl) Russisch: дуб обыкновенный (ru) m, дуб чере́шчатый (ru) m, дуб летний (ru) m Spaans: roble común (es) m, roble (es) m, carballo (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.