WikiWoordenboek:Bijvoeglijk naamwoord: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Tvdm (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 217.105.198.210 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Jcwf
Jcwf (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1:
Een [[bijvoeglijk naamwoord]] of [[adjectief]] is een [[woordsoort]] dat wordt gebruikt om een speciale eigenschap van een [[zelfstandig naamwoord]] te benoemen.
 
==Nederlands==
In het Nederlands hebben bijvoeglijke naamwoorden meestal tweedrie vormen, een onverbogen, een verbogen vorm en een verbogenpartitieve vorm, bijvoorbeeld:
 
: mooi ---- mooie ---- moois
 
De onverbogen vorm wordt gebruikt als [[WikiWoordenboek:Naamwoordelijk deel|predicaat]]:
Daarnaast kennen vele bijvoeglijke naamwoorden trappen van vergelijking.
*Het huis is '''mooi'''.
 
Attributief wordt meestal de verbogen vorm gebruikt:
*Het '''mooie''' huis staat op de hoek.
Een uitzondering wordt gevormd door onbepaalde onzijdige woorden in het enkelvoud
*Er staat een '''mooi''' huis op de hoek.
 
Ook zelfstandig gebruik vereist de verbogen vorm:
*Dat zijn hele '''mooie'''.
Alleen indien het woord naar personen verwijst krijgt het een -n in het meervoud
*Dat zijn de '''gedupeerden'''.
 
De partitiefvorm op -s wordt alleen aangetroffen na woorden als ''veel'', ''niets'', ''iets'', ''wat'' enz.:
*Het is wat '''moois'''...
 
===Trappen van vergelijking===
Daarnaast kennen vele, maar lang niet alle bijvoeglijke naamwoorden trappen van vergelijking.
 
:mooi - mooier - mooist
:stellend - vergrotend - overtreffend
 
De vergrotende trap kent ook een verbogen en een partitieve vorm, de overtreffende alleen een verbogen vorm.
 
===Predicaatswoorden===
Sommige naamwoorden worden alleen als predicaat gebruikt en kennen maar een vorm, bijv.
*Hij werd [[onwel]].
 
===Stofadjectieven===
Deze naamwoorden drukken een materiaal uit waaruit iets bestaat, zoals [[ijzeren]] of [[papieren]]. Zij hebben ook maar een vorm in de regel met een uitgang -en en worden alleen attributief gebruikt.
==Andere talen==
 
In flecterende talen worden bijvoeglijke naamwoorden verbogen naar {{WikiW|genus}}, {{WikiW|getal}}, en {{WikiW|naamval}}. In sommige talen zoals het Duits komt daar nog bij dat er verschillende verbuigingen zijn (sterk, zwak en gemengd) afhankelijk van de aanwezigheid van andere bepalende woorden zoals bepaalde of onbepaalde lidwoorden. In deze talen kan een bijvoeglijk naamwoord een aanzienlijk aantal vormen bezitten. In het Russisch bijvoorbeeld zijn er zes naamvallen ieder voor mannelijk, vrouwelijk, onzijdig en meervoud, hoewel niet alle 24 gevallen verschillend zijn.
 
In de Romaanse talen zijn er in de regel vier vormen, dei de contrasten mannelijk/vrouwelijk en enkelvoud/meervoud weerspiegelen. Anders dan in het Nederlands is er geen verschil tussen predicatief en attributief gebruik.
 
===Positie===
Er zijn talen die het bijvoeglijk naamwoord vóór het zelfstandig naamwoord zetten, zoals het moderne Nederlands of ook erachter zoals gewoonlijk in het Frans. Dit verschilt sterk van taal tot taal. Ook het Middelnederlands bijvoorbeeld plaatste het adjectief er vaak achter, maar liet het dan onverbogen.
 
In een taal als Perzisch dat geen geslacht of naamval meer kent wordt het achtergeplaatste adjectief verbonden met het naamwoord ervoor door ''ezafe''. Bijvoorbeeld "mard" (man) "bozorg" (groot) "mard-e-bozorg": een grote man.
 
In flecterende talen worden bijvoeglijke naamwoorden verbogen naar {{WikiW|genus}}, {{WikiW|getal}}, en {{WikiW|naamval}}.
 
[[Categorie:WikiWoordenboek:Grammatica|Bijvoeglijk naamwoord]]