Angst: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Interwicket (overleg | bijdragen)
k iwiki +zh:Angst
Levenius (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 22:
{{-denoun-|die {{pn}}|die [[Ängste]]|der {{pn}}|der [[Ängste]]|der {{pn}}|den [[Ängsten]]|die {{pn}}|die [[Ängste]]}}
{{-syn-}}
*{{''(spreektaal|lang=Duits}})'' [[Muffe]], {{''(informeel|lang=Duits}})'' [[Bammel]], {{''(informeel|lang=Duits}})'' [[Schiss]]
{{-ant-}}
*[[Angstlosigkeit]]; ''(in de vaktaal van de philosophie en filosofie)'' [[Furcht]], [[Schreck]]
Regel 30:
*[[Berührungsangst]], [[Beziehungsangst]], [[Existenzangst]], [[Flugangst]], [[Höhenangst]], [[Kastrationsangst]], [[Lebensangst]], [[Platzangst]], [[Prüfungsangst]], [[Realangst]], [[Schulangst]], [[Sprechangst]], [[Todesangst]], [[Verfolgungsangst]], [[Verlustangst]], [[Zukunftsangst]]
{{-expr-}}
{{rel-top|Uitdrukkungen en gezegden}}
''Angst ausstehen''
*Angst/schrik uitstaan.
Regel 44 ⟶ 45:
''Angst um jemanden haben''
*Zich zorgen over iemand maken, zich bezorgd maken over iemand.
{{formeel|lang=Duits}} ''(formeel) Angst leiden''
*Angst/schrik doorstaan.
''Angst und Schrecken (erzeugen, hervorrufen, verbreiten)''
Regel 76 ⟶ 77:
''jemandem durch etwas Angst bereiten / {{formeel|lang=Duits}} einflößen / einjagen / {{informeel|lang=Duits}} machen'' of ''jemandem mit etwas Angst bereiten / {{formeel|lang=Duits}} einflößen / einjagen / {{informeel|lang=Duits}} machen''
*Iemand met vrees/schrik aanjagen.
{{informeel|lang=Duits}} ''(informeel) jemandem steckt / sitzt die Angst in den Knochen''
*De angst is iemand om het hart geslagen, iemand is goed bang, de angst zit er bij iemand goed in.
''keine Angst kennen''
Regel 82 ⟶ 83:
{{schertsend|lang=Duits}} ''mehr Angst als Vaterlandsliebe haben''
*Erg bang zijn voor zijn eigen schaduw.
{{informeel|lang=Duits}} ''sich(informeel) ich vor Angst in die Hose(n) machen'' / ''sich vor Angst in die Hose(n) scheißen''
*Het van angst in zijn broek doen.
''tausend Ängste ausstehen''
Regel 92 ⟶ 93:
''vor lauter Angst zittern
*Van (pure) angst/schrik sidderen / beven / bibberen.
{{rel-bottom}}
{{-prov-}}
{{rel-top|Spreekwoorden}}
''Angst verleiht Flügel.''
*Angst geeft vlugels.
Regel 117 ⟶ 120:
''Wer Angst hat, lebt länger.''
*Iemand die vaak bang is, gaat over het algemeen voorzichtiger door het leven en loopt geen gevaar om door overmoed of lichtzinnigheid een dodelijk ongeval te ondergaan.
{{rel-bottom}}
{{-drv-}}
{{rel-top|Afgeleide begrippen}}
*[[Angstbeißer]], [[angstbesetzt]], [[angsterfüllt]], [[Angstforscher]], [[Angstforscherin]], [[Angstforschung]], [[angstfrei]], [[Angstgefühl]], [[Angstgegener]], [[Angstgegenerin]], [[Angstgeschrei]], [[Angsthase]], [[Angsthierarchie]], [[ängstigen]], [[Ängstigung]], [[Angstkauf]], [[Angstklausel]], [[ängstlich]], [[Ängstlichkeit]], [[angstlösend]], [[Angstlust]], [[Angstmacher]], [[Angstmacherei]], [[Angstneurose]], [[Angstpotential]], [[Angstrand]], [[Angstreaktion]], [[Angstschrei]], [[Angstschweiß]], [[Angstsensitivität]], [[Angststarre]], [[Angststörung]], [[Angststreifen]], [[Angsttraum]], [[angstverzerrt]], [[angstvoll]], [[Angstwerbung]], [[Angstzustand]]
{{rel-bottom}}
{{-homo-}}
*[[angst#Duits|angst]]