daagde in: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *daag·de in {{-verb-|0}} {{ovt-enk|indagen}}'
 
(geen verschil)

Huidige versie van 1 apr 2020 om 21:48

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • daag·de in

Werkwoord

vervoeging van
indagen

daagde in

  1. enkelvoud verleden tijd van indagen
    • Ik daagde in. 
    • Jij daagde in. 
    • Hij, zij, het daagde in.