Dit zijn woordenvoortzettingen die een taal geërfd heeft van de eerdere taalfase waaruit zij ontstaan is. Er zijn meestal [[klankwet|klankwettige]] veranderingen te onderscheiden. Bij de overgang van Oud- naar Middelnederlands werden bijvoorbeeld vele klinkers zoals /a/, /o/ of /u/ in een [[lettergreep]] die geen [[klemtoon]] had verzwakt tot /ə/. Ook kunnen er betekenisverschuivingen optreden. Nederlands ''Slecht[[slecht]]'' betekende bijvoorbeeld vroeger ‘vlak, effen, glad; gewoon, eenvoudig’.