tijdstip: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuw |
(geen verschil)
|
Versie van 16 feb 2009 14:58
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tijd·stip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdstip | tijdstippen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tijdstip o
- een punt in de tijd.
- Op dat tijdstip lag ik nog lekker te slapen.