ejendomsmægler: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
B Lemeux (overleg | bijdragen)
Bezig met het aanmaken van ejendomsmægler - uitkommenteert {{samen}}
(geen verschil)

Versie van 7 dec 2017 22:28

Deens

Woordafbreking
  • ej·en·doms·mæg·ler
Woordherkomst en -opbouw
  • gebruik: {{samen|nld|…}}
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ejendomsmægler     ejendomsmægleren     ejendomsmæglere     ejendomsmæglerne  
genitief   ejendomsmæglers     ejendomsmæglerens     ejendomsmægleres     ejendomsmæglernes  

Zelfstandig naamwoord

ejendomsmægler, g

  1. huisagent
    «Hans ejendomsmægler rådede ham at vælge en stor landejendom med rigelig plads.»
    Zijn huisagent raadde aan dat hij een groot landhuis met veel ruimte koos.
Hyperoniemen