WikiWoordenboek:Genus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
De Wikischim (overleg | bijdragen)
→‎Onderscheid tussen de geslachten: red., correcties en kleine aanvulling
De Wikischim (overleg | bijdragen)
Regel 43:
In het Nederlands is de toestand vrij ingewikkeld. Zelfstandige naamwoorden van het mannelijk of het vrouwelijk geslacht krijgen het lidwoord '''[[de]]''', die van het onzijdige geslacht het lidwoord '''[[het]]'''. (Verkleinwoorden zijn overigens altijd [[onzijdig]] en woorden in het meervoud zijn altijd mannelijk of vrouwelijk.)<BR>
 
In aanzienlijke delen van het taalgebied — met name in de Randstad — worden voor dingen maar twee geslachten onderscheiden, een onzijdig geslacht met het lidwoord ''het'' en wat een gemeenschappelijk geslacht met het lidwoord ''de'' genoemd zou kunnen worden. Woorden van het 'gemeenschappelijk geslacht' worden in de spreektaal en soms ook in de schrijftaal overwegend als mannelijk behandeld en er kan dus naar verwezen worden met ''hij'', hoewel men dit soort verwijzingen vaak vermijdt als het gaat om niet-levende wezens. Deze situatie neigt daarmee naar die in het Zweeds en het Deens, maar het ligt toch wat ingewikkelder. In de meer verzorgde schrijftaal (zoals die van kranten en tijdschriften) wordt het zogeheten driegeneraysteem vaak nog wel aangehouden.
 
In het zuiden van ons taalgebied onderscheidt men ook in de spreektaal meestal nog wel steeds drie geslachten, omdat deze ook in de streektaal vaak nog onderscheiden worden. Het is dan goed mogelijk om te horen: ''zij is mooi'' als het bijvoorbeeld om een klok gaat.
 
Bovendien komen ook in het noorden woorden met bepaalde vaste uitgangen zoals ''-ing'' nog steeds vaak in combinatie met het voorzetsel ''ter'' voor: ''ter verklaring'', ''ter behandeling''. Dat komt omdat zij in feite nog steeds vrouwelijk zijn; de ''-r'' is hier de vrouwelijke uitgang van de datief enkelvoud.