kerkhistoricus: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuw woord |
(geen verschil)
|
Versie van 19 dec 2014 19:52
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkhistoricus (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrk.ɦɪsˌto̝ː.ri.kəs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrk.ɦɪsˌtoː.ri.kʏs/
Woordafbreking
- kerk·his·to·ri·cus
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van kerk en historicus
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkhistoricus | kerkhistorici |
verkleinwoord | kerkhistoricusje | kerkhistoricusjes |
Zelfstandig naamwoord
kerkhistoricus m
- iemand die zich gespecialiseerd heeft in de geschiedenis van het christendom
- Als je meer wil weten over christelijke stromingen in de 4e eeuw kan je beter een kerkhistoricus vragen.