boosdoener: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-syll-}} *boos·doe·ner {{-etym-}} *Samenstelling van boosdoen {{suff|nld|-er}}. {{-nlnoun-|boosdoener|boosdoeners|boosdoenertje|boosdoenertjes}} {...' |
(geen verschil)
|
Versie van 20 jul 2012 20:42
Nederlands
Woordafbreking
- boos·doe·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boosdoener | boosdoeners |
verkleinwoord | boosdoenertje | boosdoenertjes |
Zelfstandig naamwoord
boosdoener m
- iemand wiens daden een nadelig effect hebben
- ...ik ben oordeel, dat wie een boosdoener aan justitie overlevert, zijn plicht doet jegens zijne medeburgers! [1]
- iets wat een nadelig effect heeft
- Wij vroegen wie de grootste milieuvervuilers zijn. In het rijtje grote boosdoeners komt de personenauto pas op de tweede plaats. [2]
Schrijfwijzen
- ouderwets: boosdoender