zachtaardig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zachtaardig (hulp, bestand)
- IPA: / zɑxtˈardəx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zacht·aar·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zachtaardig | zachtaardiger | zachtaardigst |
verbogen | zachtaardige | zachtaardigere | zachtaardigste |
partitief | zachtaardigs | zachtaardigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zachtaardig
- niet al te streng
- Die man is erg zachtaardig tegenover hem.
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zachtaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zachtaardig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be