winner
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- win·ner
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van winnen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winner | winners |
verkleinwoord | winnertje | winnertjes |
Zelfstandig naamwoord
de winner m
- iemand die iets wint, een winnaar of iemand die een goed verwerft
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord winner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winner" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
enkelvoud | meervoud |
---|---|
winner | winners |
Zelfstandig naamwoord
winner