Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijst

Werkwoord

vervoeging van
wijzen

wijst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijzen
    • Jij wijst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wijzen
    • Hij wijst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wijzen
    • Wijst! 

Bijvoeglijk naamwoord

wijst

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van wijs

Meer informatie