Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·ar·rest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorarrest voorarresten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

voorarrest o [1]

  1. de periode dat een verdachte zijn vrijheid wordt ontnomen voordat de berechting plaatsvindt
    • Uiteindelijk werd de rapper veroordeeld tot twee maanden cel, waarvan alleen de tien dagen die hij al in voorarrest doorbracht onvoorwaardelijk.[2] 
    • In 2016 schortte de rechtbank het voorarrest van de verdachten onder voorwaarden voor onbepaalde tijd op. Twee van hen bleven vastzitten in verband met andere misdrijven.[3] 
     De rechtbank veroordeelde Bakker vorig jaar nog tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar, waarop Bakker in hoger beroep ging. Bakker is direct vrijgelaten omdat hij de achttien maanden cel al in voorarrest heeft uitgezeten. Hij was zelf niet aanwezig in de rechtbank.[4]
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 18 jan. 2018
  3. de Telegraaf 16 jan. 2018
  4.   Weblink bron “Voormalige verslavingsgoeroe Keith Bakker krijgt fors lagere straf in hoger beroep” (13 jul 2022), NU.nl
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be