Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voe·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘via tastzin gewaarworden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voelen
voelde
gevoeld
zwak -d volledig

Werkwoord

voelen

  1. overgankelijk gewaarworden door aanraking, meestal met betrekking tot temperatuur of druk
    • Ik voelde dat de bal hard tegen mijn achterhoofd aanvloog. 
     Terwijl ik goedkeurend met mijn vinger langs de vergulde lambrisering streek, de dikte voelde van de stof van de zware, oker overgordijnen en de stoel wegschoof om de openslaande deuren te openen naar het terras, dat uitzicht bood op de rozentuin, of wat daarvan over was, en de vijver met de defecte fontein, bedacht ik dat ik nog tijd genoeg zou hebben om deze kamer en detail te beschrijven.[3]
  2. (figuurlijk) gewaarworden met de geest
     Het voelde bijna alsof er een diepere betekenis achter zat.[4]
  3. wederkerend zich ~ een bepaald gevoel hebben
    • Hij voelde zich niet erg behaaglijk. 
     Ik voelde me klein en uiterst kwetsbaar.[5]
     Langzamerhand kwam ik in een gestage cadans en ik begon me steeds meer op mijn gemak te voelen in deze omgeving.[5]
Verwante begrippen
Spreekwoorden

Voor iets voelen.

  • Ergens belangstelling of gevoel voor hebben.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen