vijzel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vij·zel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stampvat’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1478 [1] [2]
- In de betekenis van ‘windas’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1465 [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijzel | vijzels |
verkleinwoord | vijzeltje | vijzeltjes |
Zelfstandig naamwoord
vijzel
- m: (scheikunde), (gereedschap) een vat waarin met een stamper stoffen fijngestampt kunnen worden
- Vijzels worden van hard materiaal zoals messing, porselein of agaat vervaardigd.
- v/m (techniek), (bouwkunde) een dommekracht of krik waarmee door middel van een schroef- of hydraulisch systeem, grote kracht kan worden uitgeoefend.
- Met behulp van een groot aantal vijzels is het gebouw opgevijzeld.
- v/m (waterbeheer), (techniek) een waterschroef, een spiraalvormig onderdeel van een gemaal
- Een ronddraaiende vijzel werkt het water omhoog.
Synoniemen
- [1] stampvat, mortier
- [2] dommekracht, schroefkrik
- [3] schroef van Archimedes, tonmolen, waterschroef
Afgeleide begrippen
- [1] vijzelstamper
- [2] opvijzelen
Verwante begrippen
- [1] deegroller, loper, molen, stamper, wals, wrijfplaat
- [2] bouwstempel, schroefspindel, spindelschoor
- [3] centrifugaalpomp, gemaal, noria, watermolen, waterrad
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen
1. een vat waarin met een stamper stoffen fijngestampt kunnen worden
2. een dommekracht of krik
3. waterschroef
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
na te gaan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vijzelen |
vijzel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijzelen
- Ik vijzel.
- gebiedende wijs van vijzelen
- Vijzel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vijzelen
- Vijzel je?
Gangbaarheid
- Het woord vijzel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vijzel" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "vijzel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vijzel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ vijzel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be