Nederlands

  Niet te verwarren met: Verlichting
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lich·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verlichting verlichtingen
verkleinwoord verlichtinkje verlichtinkjes

Zelfstandig naamwoord

verlichting v

  1. het verlichten
  2. iets wat een gebied of ruimte lichter maakt
    • Jan was vergeten nieuwe lampjes te kopen en fietste dus zonder verlichting. 
  3. verruiming van het bewustzijn
    • Die schreeuw, die bleek de kinderen wakker gemaakt te hebben, bracht hem verlichting... [1]
     De fles was gelukkig groot genoeg en uiteindelijk kon ik met een zucht van verlichting de dop erop draaien.[2]
  4. minder zwaar (dus dragelijker) makend
     Je zou je voor kunnen stellen dat de Amerikanen een zucht van verlichting slaakten toen het Sovjetleger de opstand neersloeg en de rust en het afschrikkingsevenwicht werden hersteld.[3]
  5. (politiek) (filosofie) periode van het rationalisme in de 18e eeuw (binnen de westerse wereld) die het denken grondig wijzigde
    • Zonder de verlichting zouden we ook hier nog steeds worden geregeerd door (bij)geloof en onredelijkheid 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Koolhaas
    , A. (1976). Tot waar zal ik je brengen?, p. 221. Uitg.: G. A. van Oorschot, ISBN 9789028203549.
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be