Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lam·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verlamming verlammingen
verkleinwoord verlamminkje verlamminkjes

Zelfstandig naamwoord

de verlammingv

  1. (medisch) toestand waarin men niet is staat is zich te bewegen
  2. overdrachtelijk het tot staan komen van het normale functioneren
    • De ijzel veroorzaakte een verlamming van het vervoer in het land. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be