uithoudingsvermogen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·hou·dings·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uithoudingsvermogen uithoudingsvermogens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het uithoudingsvermogeno

  1. het vermogen van iemand om zich voor een lange tijd in te spannen of pijn te verdragen.
    • Zijn uithoudingsvermogen is echt bewonderenswaardig. 
     Er was iets nieuws en Amerikaans dat intervaltraining werd genoemd. Maar daar geloofden de trainers van de szv niet in, voor hen bestond het recept alleen uit duur, uithoudingsvermogen en kracht.[1]
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767