Nederlands

 
uithangbord
Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·hang·bord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uithangbord uithangborden
verkleinwoord uithangbordje uithangbordjes

Zelfstandig naamwoord

het uithangbordo

  1. reclamebord haaks op de gevel van een winkel, kroeg en dergelijke bevestigd
    • Tegen het antieke uithangbord van wat eens de 18de-eeuwse, inmiddels allang verdwenen chocolaterie ‘Au nègre joyeux’ was, heeft iemand een pot paarse verf gegooid, vast en zeker vanwege de stereotiepe voorstelling van een lachende zwarte bediende. [2] 
     In Tain l'Hermitage zien we een vervallen garage uit de jaren dertig. G RAGE staat boven de poort, zoals de Nationale 7 ook veel OTELS en RE TAUR NTS kent. De pompen staan er nutteloos bij, op een uithangbord wuift een Michelinmannetje naar de klanten die nooit meer zullen komen.[3]
  2. iets of iemand die de aandacht op iets vestigt
    • De collecties van het huis Givenchy worden tegenwoordig ontworpen door de Italiaan Riccardo Tisci. Zijn stijl refereert in niets aan de ingehouden stijl van De Givenchy zelf: het is rijke, vaak overdadig gedecoreerde, brutale, sexy mode waarvoor Kim Kardashian een van de uithangborden is. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bas Heijne 10 november 2016
  3.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  4. NRC Milou van Rossum 25 november 2016
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be