uiteinde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uiteinde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytɛində / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland, Limburg): /ˈœʏ.tεɪn.ˌdә/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈœː.tεːn.ˌdә/
Woordafbreking
- uit·ein·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en einde [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uiteinde | uiteinden uiteindes |
verkleinwoord | uiteindje | uiteindjes |
Zelfstandig naamwoord
het uiteinde o
- het uiterste punt van iets
- Het uiteinde van de draad steek je door het oog van de naald.
- ▸ Toen ze plaatsnamen aan het ene uiteinde van de buitenproportionele vergadertafel knipte ze plechtig het slot open van haar zwarte aktetas met het gouden logo en haalde de documenten eruit, het kwartaalrapport en de balans, die ze snel uitdeelde.[3]
- een benaming voor oudejaar
- Waar vier jij dit jaar het uiteinde?
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord uiteinde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uiteinde" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ uiteinde op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be