Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trif·tong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord triftong triftongen
verkleinwoord triftongetje triftongetjes

Zelfstandig naamwoord

de triftongv / m

  1. (taalkunde) een foneem dat uit drie klinkers bestaat die binnen één lettergreep in elkaar overgaan
    • In het Nederlands komen geen triftongen voor. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie