tilde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- til·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘diakritisch teken’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- komt van het Latijnse 'titilus' (tableau, bovenschrift).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tilde | tildes |
verkleinwoord | tildetje | tildetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (taalkunde) het diakritisch teken ~ dat meestal boven letters wordt aangebracht.
- (wiskunde) (natuurkunde) in de natuurwetenschappen als zelfstandig symbool gebruikt om evenredigheid aan te duiden.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tillen |
tilde
- enkelvoud verleden tijd van tillen
- Ik tilde.
- Jij tilde.
- Hij, zij, het tilde.
- Ik tilde.
Gangbaarheid
- Het woord tilde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tilde" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "tilde" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- til·de
enkelvoud | meervoud |
---|---|
tilde | tildes |
Zelfstandig naamwoord
tilde m
- (taalkunde), (wiskunde), (natuurkunde) tilde
Verwijzingen
- tilde in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española